Terug naar inhoudsopgave

Problemen oplossen: Gebruikershandleiding PRO/Wireless LAN Mini PCI-adapter


Probleemoplossing

Conflictbericht voor LAN-hulpprogramma

Het bericht "Een ander draadloos LAN-hulpprogramma communiceert met de Intel(R) PRO/Wireless LAN-adapter. De functies voor profielbeheer van PROSet zijn tijdelijk uitgeschakeld om conflicten te vermijden". Raadpleeg Intel(R) PROSet inschakelen voor het beheer van de draadloze verbindingen voor meer informatie.

Een profiel met een onjuiste WEP-coderingssleutel gebruiken

Als u voor de verbinding met een toegangspunt een profiel met een onjuiste WEP-coderingssleutel gebruikt, geven zowel het pictogram op de taakbalk als de pagina Algemeen aan dat de signaalsterkte goed is en dat u gekoppeld bent aan het toegangspunt. Wanneer u echter probeert om met dit profiel met de onjuiste WEP-coderingssleutel gegevens naar het toegangspunt te verzenden, zullen er fouten optreden bij de verificatie, kan er geen IP-adres worden verkregen van het TP en is gegevensverkeer niet mogelijk.

Bekijk de volgende instellingen voor de WEP-codering en de verificatie.

Open verificatie met een onjuiste 64-bits of 128-bits WEP-coderingssleutel:

  • Met een profiel met een onjuiste WEP-coderingssleutel kan de draadloze adapter nog wel een koppeling tot stand brengen met het toegangspunt.
  • Geen gegevensoverdracht

Open verificatie zonder WEP-codering:

  • Koppeling met een toegangspunt is mogelijk
  • Gegevensoverdracht is mogelijk

Gedeelde verificatie:

  • Als er een koppeling met een toegangspunt is, is gegevensoverdracht mogelijk.

Problemen met de installatie

Windows detecteert de draadloze adapter niet:

  1. Verwijder de adapter en installeer deze opnieuw.
  2. Verwijder de adapterstuurprogramma's en installeer deze opnieuw.

Voordat u belt met de klantondersteuning

Probeer de volgende vragen te beantwoorden alvorens de klantondersteuning te bellen:

  • Geef de verbindingsgegevens van de adapter op het tabblad Algemeen weer. Controleer of de adapter aan een toegangspunt is gekoppeld en controleer tevens de kwaliteit en sterkte van het signaal.
  • Klik op het tabblad Algemeen op de knop Details en controleer welke versie van de software, hardware of overige LAN-software u gebruikt.
  • Hoeveel externe apparaten communiceren met elk toegangspunt?
  • Welke kanalen worden gebruikt en hoe zijn deze verspreid?
  • Hoeveel overlap is er tussen de bereiken van de toegangspunten?
  • Hoe hoog zijn de toegangspunten boven de grond geïnstalleerd?
  • Welke andere elektronische apparatuur maakt gebruik van dezelfde band?
  • Welke materialen zijn in de muren en vloeren gebruikt?

Gebruikers verdwijnen uit het draadloze netwerk

Mogelijke oorzaken en oplossingen:

  • Controleer of een gebruiker of een werkgroep verplaatst is en of het gebouw anders is ingericht.
  • Als twee of meer gebruikers te dicht bij elkaar zitten, kunnen de netwerkprestaties verminderen. De gebruikers moeten afstand van elkaar houden, omdat anders de ontvangers overbelast raken.
  • Trucks met grote metalen oppervlakken kunnen de prestaties beïnvloeden doordat ze signalen terugkaatsen in een gebouw. Als uw locatie een laadbordes heeft, controleert u of het probleem zich voordoet wanneer grote trucks aankomen.
  • Persoonlijke “systemen” kunnen ook storingen in het netwerk veroorzaken. Draadloze luidsprekers, draadloze koptelefoons, sommige Bluetooth-apparaten en soortgelijke systemen kunnen de bron van een onregelmatig optredend en moeilijk te traceren probleem vormen. Sommige systemen voldoen niet aan de voorschriften voor draadloze apparaten. Schakel alle verdachte apparaten uit en verwijder ze uit de omgeving.
  • Verwijder, indien mogelijk, de nieuwe software en installeer die opnieuw. Conflicten met andere residente softwarepakketten zijn altijd een mogelijkheid en worden niet altijd veroorzaakt door de laatst geïnstalleerde software. Soms kan het probleem worden verholpen door opnieuw te beginnen. 
  • Wissel apparaten om. Volgt het probleem een bepaald apparaat of is het gebonden aan een specifieke locatie? Als het probleem het product volgt, is het mogelijk dat het apparaat beschadigd is of niet juist geconfigureerd. Als het probleem zich op een bepaalde locatie blijft voordoen, onderzoekt u de verschillen tussen die ruimte en andere ruimten.

Bereik wordt minder als de gegevenssnelheid toeneemt

Dit is een normaal verschijnsel. Het bereik is omgekeerd evenredig aan de gegevenssnelheid: hoe sneller de gegevens, hoe kleiner het bereik. Dit heeft te maken met de gebruikte modulatietechnologie. Bij hoge gegevenssnelheden worden zeer complexe signalen gebruikt, waarbij zelfs een kleine verstoring gegevens kan beschadigen. Lagere gegevenssnelheden zijn meer tolerant en zullen dus zelfs doorkomen als er een geringe mate aan ruis, storingen of echo aanwezig is. 

Signaal komt niet door lage of dunne muren

Het bereik is sterk afhankelijk van de fysieke omgeving. In een locatie met open gezichtslijnen en hoog geplaatste en gekalibreerde antennes, zijn voorspellingen over het bereik tamelijk nauwkeurig. Dit gaat echter niet op in de meeste kantoorgebouwen, waar de dunne muren soms geen probleem voor microgolven vormen, maar soms uit staal en beton kunnen zijn gemaakt. De meeste locaties zitten ergens tussen deze twee uitersten in, met een combinatie van materialen en oppervlakken. Het is onmogelijk te zeggen wat er in een muur zit door er alleen maar naar te kijken en dus kunnen wij geen exacte uitspraken doen over het mogelijke bereik. Gepubliceerde informatie over het bereik van draadloze apparatuur heeft betrekking op gemiddelden en standaardsituaties. Het zijn geen exacte gegevens.

Signaal verzwakt als een mobiele telefoon in de nabijheid wordt gebruikt

Het bereik van draadloze apparatuur hangt ook af van de elektronische omgeving. Als andere apparatuur die storing kan veroorzaken, dichtbij komt, kan het bereik van transceivers aan grote schommelingen onderhevig zijn en plotseling wijzigen wanneer de andere apparatuur geactiveerd wordt. Dit is met name het geval met 802.11b-installaties, die hun frequenties delen met magnetrons, draadloze telefoons, draadloze hifi-luidsprekers, elektronisch speelgoed en dergelijke apparatuur. Houd andere zenders en andere bronnen van elektrische ruis (zoals grote motoren en puntlassers) en “elektronisch ruisende” apparaten weg van het systeem.

Bereik is minder dan het zou moeten zijn

Herhaal dezelfde tests 's avonds laat of in het weekend, wanneer er mogelijk minder storing is. Sommige gebruikers laten hun netwerken altijd aanstaan en dus geven dergelijke metingen geen definitief uitsluitsel. Test voor alle zekerheid meer dan één kanaal. Het probleem met het bereik wordt misschien veroorzaakt door een gebruiker die het huidige testkanaal gebruikt.

Storing van tl-buizen

Als een toegangspunt vlak bij tl-buizen wordt geïnstalleerd, lijkt het alsof de lampen constant branden, terwijl er in feite 120 keer per seconde sprake is van ionisatie. Dit kan een binnenkomend signaal moduleren of "choppen" en de ontvangst verstoren.

Wanneer een te groot bereik ongewenst is

Een heel groot bereik is niet noodzakelijkerwijs een goede zaak. Hoewel een zo groot mogelijk bereik in eerste instantie gewenst lijkt, gaat het vergroten van het bereik samen met een verhoogd risico van interferentie, aangezien de eenheid in dat geval niet alleen de andere eenheden hoort, maar mogelijk ook de systemen van andere bedrijven bij u in de straat. In een grote installatie zullen meerdere toegangspunten hetzelfde kanaal gebruiken. Als een extern apparaat signalen van twee of meer toegangspunten ontvangt, wordt het netwerk langzamer.

Helpen voorkomen dat personen buiten het gebouw toegang hebben tot het draadloze netwerk

Een te groot bereik bij de transmissie resulteert in een speciaal probleem. Als u, bijvoorbeeld, een toegangspunt vlak bij een raam op de tweede verdieping installeert, zou iemand met de juiste software de kans hebben om alle netwerktransmissies af te luisteren vanaf de straat. Hieronder vindt u een aantal mogelijke oplossingen voor dit probleem.

Problemen met netwerkverbindingen

Als u geen verbinding met het draadloze netwerk tot stand kunt brengen, probeert u de volgende mogelijke oplossingen:

Netwerkinstellingen controleren

  1. Controleer op het tabblad Algemeen of de netwerknaam (SSID) en modus juist zijn. Als een laptopcomputer geconfigureerd is voor ad-hocnetwerken, controleert u of het kanaal juist is.
  2. Klik op het tabblad Netwerken om deze instellingen aan te passen.
  3. Selecteer het profiel dat wordt gebruikt.
  4. Klik op de knop Bewerken en breng de wijzigingen aan.

Verbindingsproblemen met toegangspunt

Controleer de instelling voor de lengte van de preambule op het tabblad Geavanceerd in Apparaatbeheer van Windows.

Als wordt vastgesteld dat een lange preambule nodig is voor de verbinding met een toegangspunt, probeert u de instellingen "Auto" (standaard) te wijzigen in "Alleen lang". Met deze instelling wordt altijd een lange preambule gebruikt voor de verbinding met een toegangspunt. Raadpleeg De ingestelde lengte van de preambule wijzigen voor meer informatie.

Beveiligingsinstellingen controleren

  1. Controleer op het tabblad Algemeen of de beveiligingsinstellingen juist zijn.
  2. Klik op het tabblad Netwerken om deze instellingen aan te passen.
  3. Selecteer het profiel dat wordt gebruikt.
  4. Klik op de knop Bewerken.
  5. Klik op het tabblad Beveiliging. Controleer of de instellingen voor de WEP-codering juist zijn.

Adapterstatistieken controleren

Adapterstatistieken

Als de adapter communiceert met een toegangspunt (infrastructuurmodus) of andere
computers (ad-hocmodus), klikt u op de knop Statistieken in het tabblad Probleemoplossing om de huidige informatie over verzend- en ontvangstprestaties weer te geven.

Terug naar inhoudsopgave


Lees alle voorwaarden voor het gebruik.